NVK voor leden

Verkrijg hier toegang tot exclusieve NVK ledencontent.

NVK Richtlijn laatst update: 11 dec 2019

Urineweginfectie (UWI) bij kinderen

De richtlijn Urineweginfectie (UWI) is ontwikkeld op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK).

Voorzitter van de werkgroep:

  • mw. dr. D. Pajkrt, kinderarts-infectioloog/immunoloog

NVK werkgroeplid:

  • Dr. med. F.G. Ropers, kinderarts

Deze richtlijn is tot stand gekomen met financiële steun van de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).

Op initiatief van
NVK

Datum publicatie
2019

Status
Geautoriseerd door het NVK bestuur op 11-12-2019

Een urineweginfectie (UWI) wordt in deze richtlijn gedefinieerd als een combinatie van klinische leeftijdsgebonden kenmerken en de aanwezigheid van bacteriën in een betrouwbaar urinemonster.

Een acute pyelonefritis wordt gedefinieerd als:

  • Kinderen < 6 maanden: een UWI met of zonder koorts
  • Kinderen ≥ 6 maanden: een UWI met koorts (een lichaamstemperatuur van 38 °C of meer) en/of gepaard gaand met duidelijke flankpijn

Een cystitis wordt gedefinieerd als een UWI zonder koorts bij kinderen ouder dan 6 maanden.

Een asymptomatische bacteriurie wordt gedefinieerd als de aanwezigheid van bacteriën in de urine zonder dat er sprake is van klinische tekenen die op een UWI zouden kunnen wijzen.

Een atypische UWI wordt gedefinieerd als een UWI met/bij een

  • ernstig zieke patiënt
  • sepsis
  • slechte urine straal
  • buik- of blaasmassa
  • verhoogd kreatinine gehalte
  • geen respons binnen 48 uur op antibiotische behandeling
  • infectie met andere micro-organismen dan E. coli

Een recidiverende UWI wordt gedefinieerd als:

  • twee of meer episodes van acute pyelonefritis met koorts en/of duidelijke flankpijn of
  • een episode van één acute pyelonefritis met koorts en/of duidelijke flankpijn PLUS één of meer episodes van UWI zonder koorts, of
  • drie of meer episodes van UWI zonder koorts
Voorkomen

Brits onderzoek rapporteert dat 11,3% van de meisjes en 3,6% van de jongens een UWI hebben doorgemaakt voordat ze de leeftijd van 16 jaar hebben bereikt. Er is een incidentiepiek voor meisjes in leeftijdscategorie 5 tot 9 en 15 tot 19 jaar; voor jongens in de leeftijdscategorie 1 tot 4 jaar. Zowel cystitis als acute  pyelonefritis komen bij meisjes vaker dan bij jongens voor. Bacteriemie als gevolg van een UWI komt zelden voor. [23]

1.1 Aantal UWIs (cystitis en pyelonefrtis) per leeftijdsgroep per 10.000 patiënten in de huisartsenpraktijk in 2014 en 2015


Bron: NIVEL https://www.nivel/nl/sites/default/files/hoofdstukje_urineweginfecties_jaarrapport_2015.pdf

Predisponerende factoren

Voor jongens die niet besneden zijn is het risico op een UWI een factor 9 groter dan voor degenen die besneden zijn. Borstvoeding beschermt tegen een UWI. Voor andere factoren is onvoldoende bewijs gevonden. [24]

Recidieven

Bij meisjes komen recidieven van UWI vaker voor. Met het ouder worden hebben meisjes na een eerste UWI, in tegenstelling tot jongens, meer kans op een recidief. [27]

Antibiotische profylaxe

Schrijf geen antibiotische profylaxe voor aan kinderen met recidiverende UWI waarbij anatomische afwijkingen zijn uitgesloten. [98]

Overweeg voorschrijven van antibiotische profylaxe voor 12 tot 24 maanden bij kinderen die een UWI gehad hebben en zijn gediagnostiseerd met hooggradige VUR. [98]

Niet-antibiotische profylaxe

De werkgroep kan geen aanbevelingen geven over het gebruik van cranberrypreparaten en/of probiotica vanwege onvoldoende bewijs. [100]

Anamnese en lichamelijk onderzoek

Bij kinderen die in de tweede lijn (ziekenhuis) terechtkomen zijn de meest gebruikelijke symptomen en signalen in de tabel hieronder weergegeven. [30]

Urine onderzoek

Neem binnen 24 uur een urinemonster af voor diagnostiek in geval van

Opvang urine
  • Zindelijke kinderen: gewassen midstream.
  • Niet-zindelijke kinderen :gewassen midstream (eventueel via quick-wee methode) of een eenmalige katheterisatie.
    Opvang door middel van urinezak kan enkel ter uitsluiting van een UWI. Bij een afwijkende screening met urinezak dient men alsnog eerst urine te verkrijgen middels midstream of katherisatie. [35]

Quick wee methode, ter stimulatie van gewassen midstream bij niet-zindelijke kinderen: [43]
1. Bied ruim voor het uitvoeren van de methode (> 20 minuten) voeding aan.
2. Reinig de genitalia. Houd een opvangcontainer gereed.
3. Masseer de blaasregio in een circulaire beweging met een koud nat gaasje.
4. Continueer de massage tot de plas op gang komt. Vang middenstroom urine op.

(foto’s + filmpje uit Kaufman, 2017 https://www.youtube.com/watch?v=aEKMNT_SpM8)

Urine sneldiagnostiek

Urine sneldiagnostiek bestaat uit dipstick analyse op leukocytenesterase met nitrietanalyse indien beschikbaar, eventueel gecombineerd met geautomatiseerde of microscopische diagnostiek naar bacteriën en leukocyten. Hanteer de lokale afkapwaarden. [46]

Actie naar aanleiding van uitslag urine sneltest;

< 3 maanden; altijd urinekweek

> 3 maanden;
• indien leukocyten en nitriet negatief; geen urinekweek
• indien leukocyten en/of nitriet positief; urinekweek

Urine kweek

Er moet altijd een urinekweek worden afgenomen bij: [46]
• kinderen met een verdenking op een UWI voor start antibiotica;
• kinderen jonger dan 1 maand met koorts;
• kinderen van 1 tot 3 maanden met koorts zonder focus;
• bij kinderen met een matig tot hoog risico op een ernstige ziekte;
• bij kinderen met koorts bij een andere focus dan een UWI, maar die niet conform de verwachting binnen 1 à 2 dagen reageert op een behandeling passend bij de werkdiagnose óf als klinische symptomen en uitslagen van sneltesten niet met elkaar overeenkomen.

Logistiek;

Zet de analyse van een urinekweek binnen 2 uur na het verzamelen van de urine in. Indien dit niet mogelijk is:

• koel het monster direct na afname bij 4 °C in de koelkast, of

• gebruik commercieel beschikbare middelen gebaseerd op boorzuur om het urinemonster te conserveren. [44]

Aanvullend beeldvormend onderzoek bij bewezen UWI

VUR: Vesico-Ureterale-Reflux [236]

 

Risicofactoren onderliggende pathologie
  • Inventariseer indien er sprake blijkt van een UWI de volgende factoren:
  • Eerdere UWIs (waarschijnlijke of bevestigde)
  • Prenataal gediagnosticeerde nierafwijkingen (met name de 20 weken echo)
  • Familiegeschiedenis van VUR of nieraandoeningen
  • Episodes van koorts zonder focus
  • Obstipatie
  • Tekenen van obstructie of problemen met het legen van de blaas; onder andere persen tijdens het plassen of slechte urine straal
  • Bloeddruk
  • Lengtegroei
  • Buik: aspect (abnormale welving?), palpatie: colon, blaasmassa of andere buikmassa voelbaar?
  • Wervelkolom: abnormale beharing, palpatoir gesloten?
  • Externe genitalia: meatus normale positie?

Indien er aanwijzingen zijn voor mictiestoornissen/obstipatie, verricht (bij zindelijke kinderen) nader onderzoek (mictiedagboek, uroflowmetrie en echografische bepaling van urineresidue in de blaas)

Bij kinderen met bacteriurie en koorts (temperatuur ≥ 38 °C) dient men ervan uit te gaan dat er sprake is van een acute pyelonefritis. Dit geldt evenzo voor kinderen die zich presenteren met een temperatuur < 38 °C met slagpijn in de flank en bacteriurie. Bij alle kinderen >6 maanden die bacteriurie en klachten hebben zonder systemische tekenen dient te worden aangenomen dat er sprake is van een cystitis.  [63]

Cystitis

Start empirisch nitrofurantoine of indien ≥ 12 jaar fosfomycine per os gedurende 2-4 dagen.[69]

Hanteer het lokale SWAB voor de definitieve keus van antibiotische behandeling.

Pyelonefritis

Bij kinderen > 1 maand:Start amoxicilline/clavulaanzuur of ceftibuten per os gedurende 10-14 dagen. Versmal antibioticum na 2-3 dagen op basis van het antibiogram. [69]

Bij kinderen < 1 maand óf indien orale behandeling niet mogelijk (o.b.v. ziek zijn, braken)
start een 2e of 3e generatie cefalosporine intraveneus gedurende 2-4 dagen waarna over op per os op basis van het antibiogram. [69] [NB. De richtlijn werkgroep heeft in 2020 deze verandering doorgevoerd ten opzichte van de oorspronkelijke versie. ]

Overweeg bij ernstig zieke kinderen de toevoeging van éénmalig gentamicine in de empirische behandeling. [71]

Hanteer het lokale SWAB voor de definitieve keus van antibiotische behandeling.

De prevalentie van parenchymafwijkingen na een acute pyelonefritis bij kinderen zonder VUR of met laaggradige VUR ligt tussen de 6 tot 18%. De prevalentie van parenchymafwijkingen bij VUR graad III-V ligt tussen de 14 tot 68%. [213]

Bij kinderen met normale baseline GFR en eenmalige of recidiverende UWI wordt geen verminderde nierfunctie op de kinderleeftijd gevonden. Bij kinderen met een doorgemaakte UWI en VUR (alle graden) komt verminderde nierfunctie en hypertensie op de kinderleeftijd zelden voor. Bij kinderen met doorgemaakte UWI en VUR en littekens in de nieren komt een verminderde nierfunctie op de kinderleeftijd voor bij circa 7 tot 11% en hypertensie bij 4 tot 12%. [191]

Deze samenvatting werd ontwikkeld door:

- Mevrouw dr. N.H.P. Claessens

- Mevrouw drs. A.M. van Wermeskerken

De samenvatting is tot stand gekomen met financiering van SKMS-gelden.

Verwijzing tweede lijn

Verwijzen vanuit de 1ste naar de 2de lijn bij:
• Atypische UWI.
• Recidiverende UWI.
• Alle kinderen onder de 3 maanden met een UWI voor afname adequate (katheter)urine, behandeling en voor aanvullend beeldvormend onderzoek.
• Afwijkingen aan de urinewegen en/of chronische nierziekte.

Korte termijn follow-up

  1. Indien ontslag naar huis bij starten behandeling
    • plan belafspraak 24 uur na starten ter evaluatie van de behandeling.
    • adviseer ouders om contact op te nemen wanneer het kind zieker wordt.
  2. Ga na starten van de behandeling de volgende zaken na:
    • Is er een adequate inname van de medicatie?
    • Is het betreffende kind in staat om leeftijdsadequate vochtinname tot zich te nemen?
    • Knapt het kind goed op binnen 48 uur?
  3. Het advies van de werkgroep is om aan alle ouders/verzorgers en patiënten ouder dan 12 jaar die thuis met orale antibiotica worden behandeld, bij het starten van de behandeling te informeren over de noodzakelijkheid van eerdergenoemde punten.
  4. Bij alle kinderen na doorgemaakte UWI geldt dat er een verhoogde kans op recidieven is, en verhoogde alertheid (ook door ouders) gevraagd is om een recidief zo vroeg mogelijk te herkennen [253]
  5. Doe geen follow-up bij asymptomatische bacteriurie.
Lange termijn follow-up

Indien VUR is vastgesteld: overweeg antibiotische profylaxe (zie preventie) en bespreek circumcisie en chirurgische interventie in het geval van doorbraakinfecties onder antibioticaprofylaxe. [191]

CAKUT: congenital abnormalities of the kidney and urinary tract
VUR: Vesico-Ureterale-Reflux

Deze samenvatting is bedoeld voor: Deze richtlijn is geschreven voor alle leden van de beroepsgroepen die betrokken zijn bij de zorg voor kinderen met urineweginfecties.

En gaat over: diagnostiek, behandeling en follow-up bij kinderen met een urineweginfectie.

Kinderen van wie op grond van prenatale screening bekend is dat zij afwijkingen aan de nieren hebben (bijvoorbeeld obstructie, dilatatie, niergrootte verschil, afwijkende ligging of een neurogene blaas) behoren niet tot de patiëntenpopulatie waarop deze richtlijn betrekking heeft.

Ja, door NVK bestuur
NVK-richtlijn

Klik hier voor de link naar thuisarts.nl

Professionals in de gezondheidszorg dienen ervoor te zorgen dat ouders of verzorgers van kinderen met een vermoeden van een UWI de juiste informatie ontvangen over de noodzaak van behandeling en het belang van het volledig afmaken van een behandelingskuur. Ook dienen ze advies te krijgen over preventiemogelijkheden en mogelijk lange termijn management. Professionals in de gezondheidszorg horen ouders of verzorgers te informeren over de mogelijkheid van terugkerende UWI en uit te leggen dat het belangrijk is om tijdig medische hulp te zoeken als men een terugkerende UWI vermoedt. [255]

Snel naar

Documenten
Externe links
Andere richtlijnen
NVK Sectie
Werkboek
NVK Standpunt