Bacteriële meningitis is een ernstige ziekte met hoge mortaliteit en morbiditeit waarbij de uitkomst mede bepaald wordt door van de snelheid van behandelen. Essentieel in de diagnostiek voor het vaststellen van bacteriële meningitis is de lumbaalpunctie. Voorafgaand aan het verrichten van de lumbaalpunctie is belangrijk om vast te stellen of deze veilig kan gebeuren. Als een CT-hersenen geïndiceerd is vóór uitvoering van de lumbaalpunctie moet direct (voorafgaande aan de scan) gestart worden met empirische antibiotische therapie en indien geïndiceerd dexamethason.
In de flowchart wordt een schematisch overzicht gegeven van de handelingen bij een patiënt met verdenking bacteriële meningitis.
Noten bij flowchart
1. De verdenking op bacteriële meningitis berust vaak op een combinatie van symptomen, waarbij hoofdpijn, koorts, nekstijfheid en een gedaald bewustzijn de meest voorkomende verschijnselen zijn. Bij kinderen <1 jaar zijn prikkelbaarheid, nekstijfheid en een bomberende fontanel veel voorkomende symptomen. Typische kenmerken van bacteriële meningitis kunnen echter ontbreken, en daarom dient men ook bij het ontbreken van klassieke symptomen bedacht te zijn op de mogelijkheid van bacteriële meningitis.
2. Bloedkweken bij patiënten met liquorkweek bewezen bacteriële meningitis dienen altijd verricht te worden bij verdenking meningitis. Bij patiënten met een negatieve liquorkweek wordt bij ongeveer de helft de verwekker in de bloedkweek geïdentificeerd.
3. Laboratoriumonderzoek bestaat onder andere uit inflammatieparameters, glucose voor gepaarde meting met liquor, elektrolyten, lever- en nierfunctie.
4. Bij volwassen patiënten komt een gelijktijdige bacteriële pneumonie vaak voor. Bij kinderen wordt dit niet beschreven.
5. Contra-indicaties voor een acute lumbaalpunctie op basis van stollingsstoornissen zijn gebruik anticoagulantia en stollingsstoornissen anderszins (bijvoorbeeld diffuse intravasale stolling bij sepsis). Bij gebruik vitamine K antagonisten kan wel een lumbaalpunctie worden gedaan als de INR <1,4 is. Bij directe orale anticoagulantia (DOACs) kan niet op basis van laboratoriumwaarden worden bepaald wanneer de lumbaalpunctie veilig is en moet bij een normale nierfunctie 48 uur gewacht worden. Een trombocytopenie onder 20 is een absolute contra-indicatie, tussen 20-40 een relatieve contra-indicatie in verband met een gebrek aan data voor deze specifieke groep.
6. Zie kopje therapie.
7. CT voor LP indien:
- Tekenen van hersenverplaatsing: focale neurologische uitval (met uitzondering van geïsoleerde hersenzenuwuitval) en papiloedeem (indien papiloedeem niet beoordeelbaar is, is dat geen indicatie voor een CT-hersenen);
- Bewustzijn te laag om neurologisch onderzoek goed te kunnen verrichten, gedefinieerd als een Glasgow Coma Scale score onder de 10;
- Epileptische insulten.
8. Standaardonderzoek omvat: 1) openingsdruk lumbaalpunctie, 2) celgetal en differentiatie, 3) totaal eiwit, 4) glucose, 5) liquorkweek en grampreparaat. Overwogen kan worden PCR te doen op liquor voor meest voorkomende verwekkers (Streptococcus pneumoniae, Neisseria meningitidis, Listeria monocytogenes).
9. Typische liquorafwijkingen bij bacteriële meningitis zijn: glucose concentratie <1,9 mmol/L, liquor glucose: bloed glucoseratio <0,23, totaal eiwit concentratie >2200 mg/L, leukocyten >2000 per μl, of >1180 polymorfonucleaire leukocyten per μl.
10. Volledig normale liquor komt zeer weinig voor bij bacteriële meningitis (<2% patiënten). Bij twijfel over de diagnose doorbehandelen tot kweekuitslagen bekend zijn of een alternatieve diagnose gesteld is.
11. Opname op kinderafdeling of intensive care afhankelijk van ziekte ernst. Controles hemodynamiek, respiratie en bewustzijn elk uur.
12. De work-up bij patiënten met meningitis is gericht op vinden van infectiefocus buiten de hersenen (e.g. KNO infecties, pneumonie, endocarditis.
13. Voor meerder verwekkers geldt een meldingsplicht bij de GGD. Deze is dynamisch en hiervoor verwijzen we naar het RIVM: https://www.rivm.nl/meldingsplicht-infectieziekten/welke-infectieziekten-zijn-meldingsplichtig
Bij sommige verwekkers bijvoorbeeld meningokken- en Haemophilus influenzae type B is antibiotische profylaxe (chemoprofylaxe) aangewezen, check hiervoor de LCI-richtlijnen: https://lci.rivm.nl/richtlijnen/. Voor keuze en dosering antibiotische profylaxe (chemoprofylaxe) zie SWAB-richtlijn, voor kinderen volgens kinderformularium in overleg met kinderarts.
14. Een uitzondering hierop vormen patiënten die niet erg ziek zijn, met een laag geschatte vooraf kans op meningitis. Hierbij kan de liquoruitslag worden afgewacht voor besloten wordt te behandelen. Echter, bij een troebel of geel aspect van de liquor of bij achteruitgang op de SEH dient alsnog direct gestart te worden zonder de liquoruitslagen af te wachten.