Anamnese
Er bestaat geen typisch symptomencomplex voor de initiële H. pylori-infectie bij kinderen; de besmetting kan geheel asymptomatisch verlopen. Soms kan H. pylori-infectie een rol spelen bij buikklachten bij kinderen. Maar over de symptomatologie bij een eenmaal verworven, chronische infectie bestaat nog steeds onzekerheid. Met name de causale relatie tussen H. pylori-infectie en chronische buikpijn is nog steeds niet bevestigd. Andere symptomen waarvan een relatie met H. pylori-infectie wordt verondersteld, zijn bijvoorbeeld anemie, dyspeptische klachten en gastro-oesofageale refluxziekte.
De prevalentie van H. pylori-infectie is bij kinderen met een verstandelijke beperking aanzienlijk hoger dan in de algemene populatie. Hoewel onderzoek betreffende H. pylori- infectie in deze populatie lastiger is en de symptomen van ulcuslijden, dyspepsie en refluxziekte moeilijker te duiden en dus klinisch te onderscheiden zijn, is verder onderzoek betreffende H. pylori-infectie bij verstandelijk beperkte mensen noodzakelijk om de oorzaak van de hoge prevalentie en de gevolgen van H. pylori-infectie bij hen in kaart te brengen.
Diagnostiek
Indicatie voor diagnostiek:
- Als buikpijn niet anders te verklaren is en/of niet functioneel is en/of er sprake is van nachtelijke buikpijn en/of epigastrische pijn, kan overwogen worden om te testen op H. pylori-infectie. Allochtone kinderen met deze klachten kunnen laagdrempeligerworden getest.
- Kinderen met refractaire ijzergebreksanemie en buikpijnklachten kunnen getest worden op H. pylori-infectie als er een gastroscopie wordt gedaan om andere oorzaken uit te sluiten.
- Kinderen met een eerstegraads familielid met maagkanker kunnen getest worden op H. pylori-infectie, maar er is weinig bewijs dat dit zinvol is.
- Kinderen met functionele buikpijn moeten niet getest worden op H. pylori-infectie, behalve als er een gastroscopie wordt gedaan om andere aandoeningen, zoals coeliakie, uit te sluiten.
Diagnostiek H. pylori-infectie algemeen
Het primaire doel van het diagnostisch onderzoek van gastro-intestionale symptomen is om de onderliggende oorzaak van de symptomen vast te stellen en niet om een H. pylori– infectie te diagnosticeren.
- 13C-Ureum-ademtest
De 13C-Ureum-ademtest is een goede keus voor het stellen van de diagnose H. pyloriinfectie bij kinderen van 6 jaar of ouder
- Feces-antigeen test monoclonaal
De feces-antigeen test (monoclonaal) is een betrouwbare test voor het stellen van de diagnose H. pylori-infectie en heeft bij kinderen <6 jaar de voorkeur boven de 13CUreum- ademtest.
- Gastroscopie
Een gastroscopie wordt alleen aanbevolen als bij een kind op basis van een niet-invasieve test H. pyloriis vastgesteld en de therapie heeft gefaald (zowel de eerste als tweede behandeling) en/of er alarmsymptomen zijn die kunnen wijzen op een andere onderliggende aandoening. Voor een gastroscopie is verwijzing naar een kinderarts MDL nodig.
- Kweek, histologie en urease-sneltest
Als er een indicatie is voor een gastroscopie, dan wordt aanbevolen om minimaal twee van de drie volgende testen uit te voeren om de diagnose H. pylori te stellen:
- histologie
- ureasesneltest
- kweek
Indien zowel de eerste als tweede empirische behandeling heeft gefaald, is de mening dat één van de twee testen een kweek moet zijn in verband met het bepalen van de gevoeligheid voor een doelgerichte behandeling. Bij het uitvoeren van een gastroscopie wordt aanbevolen om maagbiopten (antrum encorpus) in te zetten.
Er dient minimaal 2 weken na het beëindigen van de PPI therapie en 4 weken na het beëindigen van een antibioticumkuur gewacht te worden met het uitvoeren van op biopsie- gebaseerde en niet-invasieve tests voor H. pylori-infectie.
Niet-aanbevolen diagnostiek:
- PCR: PCR in feces wordt niet aanbevolen omdat deze test (nog) niet valide genoeg is om H.pylori-infectie op te sporen en ook niet beschikbaar is in Nederland.
- Serologie/urine/speeksel IgG: Testen gericht op het opsporen van antilichamen (IgG, IgA) tegen H. pylori-infectie inbloed, urine en speeksel zijn niet betrouwbaar en worden daarom afgeraden.
- Het gebruik van sneltesten, ook de monoclonale feces-antigeen sneltesten, wordt afgeraden.