Anamnese en lichamelijk onderzoek
Bij kinderen die in de tweede lijn (ziekenhuis) terechtkomen zijn de meest gebruikelijke symptomen en signalen in de tabel hieronder weergegeven. [30]

Urine onderzoek
Neem binnen 24 uur een urinemonster af voor diagnostiek in geval van
Opvang urine
- Zindelijke kinderen: gewassen midstream.
- Niet-zindelijke kinderen :gewassen midstream (eventueel via quick-wee methode) of een eenmalige katheterisatie.
Opvang door middel van urinezak kan enkel ter uitsluiting van een UWI. Bij een afwijkende screening met urinezak dient men alsnog eerst urine te verkrijgen middels midstream of katherisatie. [35]
Quick wee methode, ter stimulatie van gewassen midstream bij niet-zindelijke kinderen: [43]
1. Bied ruim voor het uitvoeren van de methode (> 20 minuten) voeding aan.
2. Reinig de genitalia. Houd een opvangcontainer gereed.
3. Masseer de blaasregio in een circulaire beweging met een koud nat gaasje.
4. Continueer de massage tot de plas op gang komt. Vang middenstroom urine op.
(foto’s + filmpje uit Kaufman, 2017 https://www.youtube.com/watch?v=aEKMNT_SpM8)
Urine sneldiagnostiek
Urine sneldiagnostiek bestaat uit dipstick analyse op leukocytenesterase met nitrietanalyse indien beschikbaar, eventueel gecombineerd met geautomatiseerde of microscopische diagnostiek naar bacteriën en leukocyten. Hanteer de lokale afkapwaarden. [46]
Actie naar aanleiding van uitslag urine sneltest;
< 3 maanden; altijd urinekweek
> 3 maanden;
• indien leukocyten en nitriet negatief; geen urinekweek
• indien leukocyten en/of nitriet positief; urinekweek
Urine kweek
Er moet altijd een urinekweek worden afgenomen bij: [46]
• kinderen met een verdenking op een UWI voor start antibiotica;
• kinderen jonger dan 1 maand met koorts;
• kinderen van 1 tot 3 maanden met koorts zonder focus;
• bij kinderen met een matig tot hoog risico op een ernstige ziekte;
• bij kinderen met koorts bij een andere focus dan een UWI, maar die niet conform de verwachting binnen 1 à 2 dagen reageert op een behandeling passend bij de werkdiagnose óf als klinische symptomen en uitslagen van sneltesten niet met elkaar overeenkomen.
Logistiek;
Zet de analyse van een urinekweek binnen 2 uur na het verzamelen van de urine in. Indien dit niet mogelijk is:
• koel het monster direct na afname bij 4 °C in de koelkast, of
• gebruik commercieel beschikbare middelen gebaseerd op boorzuur om het urinemonster te conserveren. [44]
Aanvullend beeldvormend onderzoek bij bewezen UWI

VUR: Vesico-Ureterale-Reflux [236]
Risicofactoren onderliggende pathologie
- Inventariseer indien er sprake blijkt van een UWI de volgende factoren:
- Eerdere UWIs (waarschijnlijke of bevestigde)
- Prenataal gediagnosticeerde nierafwijkingen (met name de 20 weken echo)
- Familiegeschiedenis van VUR of nieraandoeningen
- Episodes van koorts zonder focus
- Obstipatie
- Tekenen van obstructie of problemen met het legen van de blaas; onder andere persen tijdens het plassen of slechte urine straal
- Bloeddruk
- Lengtegroei
- Buik: aspect (abnormale welving?), palpatie: colon, blaasmassa of andere buikmassa voelbaar?
- Wervelkolom: abnormale beharing, palpatoir gesloten?
- Externe genitalia: meatus normale positie?
Indien er aanwijzingen zijn voor mictiestoornissen/obstipatie, verricht (bij zindelijke kinderen) nader onderzoek (mictiedagboek, uroflowmetrie en echografische bepaling van urineresidue in de blaas)