Hielprik bestaat 50 jaar: jaarlijks gezondheidswinst bij honderden pasgeborenen
Vandaag bestaat de hielprik in Nederland 50 jaar. Met dit onderzoek worden een paar druppels bloed van pasgeboren baby’s onderzocht op ernstige, zeldzame ziektes. In 1974 alleen nog op de stofwisselingsziekte PKU (Phenylketonurie), maar inmiddels op nog 26 andere aandoeningen, waaronder een groot aantal stofwisselingsziekten, een spierziekte en een ziekte van het immuunsysteem. In de afgelopen 50 jaar heeft bijna iedereen die in Nederland is geboren, de hielprik gehad. De deelnamegraad lag namelijk al vanaf het begin rond de 99%. Dit komt neer op ruim 9 miljoen baby’s. De hielprik spoort elk jaar bij ongeveer 225 kinderen een ernstige ziekte op.
Vroeg opsporen
Het doel van de hielprik is om ernstige aangeboren ziektes waar een behandeling voor is, vroeg op te sporen. Dit kan de impact van de aandoening flink verminderen. Want hoe eerder de ziekte wordt ontdekt, hoe eerder de behandeling kan beginnen. Tijdige behandeling door een gespecialiseerde kinderarts voorkomt ernstige schade aan de gezondheid van het kind en onnodig lijden. Het zorgt voor een betere kwaliteit van leven voor het hele gezin.
Toekomst van de hielprikscreening
Met een hielprik die 27 ziektes opspoort is Nederland één van de koplopers in Europa. De verwachting is dat er in de toekomst opnieuw ziektes aan de screening worden toegevoegd. De hielprik wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van VWS en is een samenwerking van de jeugdgezondheidszorg, verloskundig zorgverleners, laboratoria, kinderartsen, patiëntenorganisaties en wetenschappers. De regie ligt bij het RIVM.