NVK voor leden

Verkrijg hier toegang tot exclusieve NVK ledencontent.

Huishoudelijk reglement

Hier vindt u het Huishoudelijk reglement van de NVK, zoals vastgesteld op de Algemene Ledenvergadering van 20 juni 2019. De integrale tekst en de downloadversie vindt u hieronder.

 

Huishoudelijk Reglement NVK

Leden

Artikel 1
Het verzoek om toelating als lid dient schriftelijk te geschieden aan de frontoffice van de Vereniging onder vermelding van de aard van het lidmaatschap.

Artikel 2
Een verzoek om toelating kan geschieden op voordracht van drie gewone leden van de Vereniging of door een aanvraag van betrokkene. Een en ander met inachtneming van de art. 3, 4, 5 en 6 van de statuten van de Vereniging.

Bestuur

Artikel 3
De voorzitter belegt en leidt de vergaderingen van de leden en die van het bestuur. Bij staking van stemmen heeft de voorzitter een beslissende stem.

Artikel 4
Bij afwezigheid van de voorzitter wordt de voorzitterstaak vervuld door de vicevoorzitter. Is ook deze afwezig, dan wordt deze taak door één van de andere bestuursleden waargenomen.

Artikel 5
De secretaris is verantwoordelijk voor het bewaren van het archief, het voeren van de briefwisseling, het uitschrijven van de vergaderingen en het houden van de notulen. De secretaris is ook verantwoordelijk voor het jaarlijks schrijven van een verslag over de activiteiten van de Vereniging. Dit verslag wordt vóór de voorjaarsvergadering aan alle stemgerechtigde leden beschikbaar gesteld. De directeur draagt zorg voor de uitvoering van de taken van de secretaris.

Commissies

Artikel 6

  1. Het bestuur kan zich laten bijstaan door een commissie, wanneer het bestuur van mening is dat dit in het belang van de Vereniging is.
  2. Een commissie wordt ingesteld voor onbepaalde tijd.
  3. Een commissie wordt bij voorkeur ondergebracht in een van de clusters beroepsbelangen, kwaliteit, opleiding en wetenschap.
  4. Een commissie heeft een commissiereglement dat wordt vastgesteld door het bestuur.
  5. Commissieleden worden door het bestuur benoemd voor een periode van vier jaar met dien verstande dat:
    1. een commissielid eenmaal aansluitend herbenoembaar is.

b.       in bijzondere omstandigheden een herbenoeming voor een extra (gedeeltelijke) termijn mogelijk is. 

Artikel 7 Concilium Paediatricum

1.       De commissie voor de opleiding en het onderwijs, Concilium Paediatricum (CP) geheten, stelt de specifieke eisen vast voor de opleiding tot kinderarts en legt deze vast in het Landelijk Opleidingsplan (LOP). Het bestuur legt het LOP voor aan de algemene vergadering ter goedkeuring.

2.       Het CP adviseert het College Geneeskundige Specialismen (CGS) over de eisen waaraan de opleiders en opleidingsinrichtingen moeten voldoen. Het CGS legt de eisen vast in het Kaderbesluit CGS.  

3.       Het CP is samengesteld uit academische en niet academische opleiders, AIOS kindergeneeskunde, een vertegenwoordiging van het Concilium Subspecialistische Opleidingen, het bestuur en het NVK-lid van de RGS.

4.       Voor de leden van het CP geldt een uitzondering op de zittingstermijn, zoals bepaald in artikel 6, lid 5, omdat lidmaatschap van het CP gekoppeld is aan de functie van het lid. Nadere bepalingen hieromtrent zijn opgenomen in het commissiereglement CP.
 

Artikel 8 Concilium Subspecialistische Opleidingen

1.       De commissie voor deelspecialisatie binnen de kindergeneeskunde: het Concilium Subspecialistische Opleidingen (CSO) stelt namens het bestuur en in overleg en consensus met het CP, samen met de secties, de minimale kwalitatieve en kwantitatieve eisen en voorwaarden voor subspecialistische opleidingen, opleiders, opleidingsschema’s en (her)registraties vast in het Handvest voor subspecialismen.

2.       Het Handvest voor subspecialismen wordt aan de algemene ledenvergadering voorgelegd ter goedkeuring.

3.       Het CSO is verantwoordelijk voor de registratie en herregistratie van subspecialisten en de erkenning van de subspecialistische opleidingsinstellingen.

4.       Het CSO is samengesteld met subspecialistische opleiders vanuit diverse secties, een vertegenwoordiging van de fellows alsmede een vertegenwoordiger vanuit en het CP.

 

Adviesgroepen, werkgroepen, expertisegroepen

Artikel 9

1.       Het bestuur kan ter ondersteuning in zijn uitvoering van zijn taken adviesgroepen, werkgroepen en expertisegroepen instellen. Het bestuur geeft deze groepen een heldere opdrachtomschrijving.

2.       Een adviesgroep geeft het bestuur een advies over een (strategisch) onderwerp binnen een beperkte tijdsduur.

3.       Een werkgroep krijgt van het bestuur een concrete taak die binnen een bepaalde tijdsduur wordt afgerond. Een taak kan bijvoorbeeld zijn de organisatie van een bepaalde bijeenkomst of de uitwerking van een advies van een adviesgroep in een praktisch instrument of protocol etc.

4.       Een expertisegroep houdt zich bezig met een kindergeneeskundig thema, onderwerp of ziekte waarop de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde zich krachtens artikel 2 van de statuten beweegt, niet zijnde een subspecialisme (zie daarvoor artikel 10 secties).

5.       Het bestuur stelt een reglement vast, onder meer inhoudende nadere regels met betrekking tot de instelling van de in lid 1 vermelde advies-, werk-, en expertisegroepen.

 

Secties 

Artikel 10

1.       Door de algemene vergadering kunnen op voorstel van het bestuur of van ten minste vijf gewone leden secties worden opgericht, die zich willen bezighouden met een subspecialisatie binnen de kindergeneeskunde.  

2.       Leden van de secties kunnen zijn, zij die lid van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde zijn. Zij melden zich daartoe aan bij de frontoffice van de NVK en de frontoffice meldt dit aan de secretaris van de sectie. De frontoffice verstrekt periodiek een actuele ledenlijst aan de secretaris van de sectie.

3.       De secties kiezen uit hun midden een eigen bestuur. Het aantal bestuursleden bedraagt ten hoogste zes. De secties stellen hun eigen reglement vast naar voorbeeld van het standaardreglement secties. Het sectiereglement behoeft de goedkeuring van het bestuur van de NVK.

4.       Het bestuur van de sectie brengt ten minste eenmaal per jaar aan het bestuur van de NVK verslag uit van de activiteiten van de sectie.

5.       De secties kunnen contributie heffen van hun leden en voeren hun eigen geldelijk beheer. Zij nemen geen donaties aan zonder toestemming van het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde.

6.       De secties stellen jaarlijks de penningmeester op de hoogte van de exploitatierekening, voor zover van toepassing.

7.       Het bestuur overlegt minimaal 1x per jaar met de secties over strategische onderwerpen.

 

Algemeen 

Artikel 11

Bestuursleden, commissieleden en leden van adviesgroepen, werkgroepen en expertisegroepen, zoals beschreven in dit reglement, kunnen onkosten declareren conform het vergoedingenbeleid van de NVK. Het vergoedingenbeleid wordt jaarlijks vastgesteld door het bestuur bij het opstellen van de begroting.

 Artikel 12

Alle leden van de NVK zijn bij al hun werkzaamheden voor of namens de vereniging gehouden aan de door de NVK onderschreven code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW), de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG), de Gezondheidsraad (GR), het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) en de Federatie Medisch Specialisten (FMS).

 Artikel 13

Voor alle leden van het bestuur, sectiebesturen, commissies, werkgroepen, adviesgroepen en expertisegroepen van de NVK geldt een geheimhoudingsplicht ten aanzien van vertrouwelijke informatie en persoonsgegevens waarover zij kunnen beschikken uit hoofde van hun functie.

Slotbepalingen

1.       Een voorstel tot herziening van dit reglement kan door het bestuur of door ten minste drie gewone leden worden ingediend. Dit voorstel moet minstens drie maanden voor de algemene vergadering bij de secretaris worden ingediend en ten minste vier weken voor de vergadering ter kennis van de leden worden gebracht. Over het voorstel kan slechts worden gestemd, wanneer op de vergadering ten minste honderd stemgerechtigde leden aanwezig dan wel vertegenwoordigd zijn. Het voorstel moet door ten minste twee derde van de aanwezige stemgerechtigde leden worden goedgekeurd. Indien bij de vergadering het genoemde quorum niet aanwezig is, zal het voorstel in de volgende algemene vergadering, ongeacht het aantal aanwezige leden, in stemming worden gebracht. Ook dan moet het door ten minste twee derde van de aanwezige stemgerechtigde leden worden goedgekeurd.

2.       In omstandigheden waarin het reglement niet voorziet beslist het bestuur.

Aldus vastgesteld op de algemene vergadering d.d. 20 juni 2019 te Arnhem

 

 

Download het Huishoudelijk reglement.