NVK voor leden

Verkrijg hier toegang tot exclusieve NVK ledencontent.

Blogs Junior Afdeling

 

Blog 5: Innovatie, door Nicole van Eldik

The future is now. Zo eindig ik de meeste presentaties die ik geef over digitale zorg. Omdat dat is waar ik in geloof: in ons werk binnen de kindergeneeskunde zitten we dagelijks aan tafel met de mensen die de zorg van morgen vormgeven. De kinderen in onze spreekkamer kunnen eerder swipen dan dat ze kunnen grijpen. We zien patiënten die op zeer korte termijn al te maken krijgen met grote tekorten in de zorg en een toenemende zorgvraag. We zien de mensen die zorgen waar gezondheid is: thuis, in het gezin en in de maatschappij. Die zich druk maken over de klimaatcrisis en zich in willen zetten voor duurzaamheid. Die het leven willen leven, in volle gezondheid. Gezondheid, of de afwezigheid daarvan, is een belangrijk onderwerp in onze huidige maatschappij: één op de zeventien google searches gaan op dit moment over ziekte of gezondheid. 

Dus ja, de toekomst is nu. Dat zien we goed aan de technieken die we nu al gebruiken: beeldbellen, slimme astma-inhalers, luiers of pleisters. Het grootste effect merken we misschien wel van de mogelijkheid om gezondheidsdata zelf in te zien of te delen met anderen. Het is zoals Eric Topol al in zijn boek The patient will see you now schreef in 2016: iedereen heeft enorme hoeveelheden data in zijn achterzak, waaronder zijn of haar eigen gezondheidsdata. 

Mijn persoonlijke reis door de wereld van zorginnovatie begon op twee momenten: eerst bij het krijgen van een diagnose en het zoeken naar online informatie toen ik puber was (in de tijd van wachten op krakende en piepende modems voordat het wereldwijde web beschikbaar was) en daarna op het moment dat ik mijn iPad mini mee de spreekkamer in begon te nemen. Al snel werd ik voor de kinderen op mijn poli 'dokter iPad' en stuurde ik de plaatjes en filmpjes via mail door naar de ouders. Toen collega-AIOS mij vroegen een workshop te geven over de iPad op de werkvloer ging ik mij verdiepen in de mogelijkheden van digitale zorg, data en het veranderend zorglandschap. Ik merkte al snel dat er kansen lagen voor verbetering van de zorg, voor makkelijker werken en vooral voor een betere samenwerking met de patiënt en zijn of haar ouders in de spreekkamer. Want, zoals ik op mijn zestiende ook merkte, wanneer je thuis meer grip krijgt op jouw gezondheid of ziekte wordt het leven weer wat makkelijker. Dan voel je je betrokken, ervaar je controle en onafhankelijkheid. 

Naast mijn werk als kinderarts werk ik nu als programmamanager digitale zorg aan het ziekenhuis van de toekomst. Innoveer ik op ons zorginnovatielab, samen met de zorgprofessional, samen met de patiënt. Ik leer elke dag nieuwe dingen, over de techniek aan de achterkant, over politieke gevoeligheden, over begrotingen en budgetten, over hoe leuk maar ook lastig samenwerken met andere zorginstellingen kan zijn. Ik zet mijn medische kennis in om zorgpaden inzichtelijk te maken en ik leer waarom uniform registreren in het EPD zo belangrijk is. De gesprekstechnieken die ik ontwikkelde als kinderarts gebruik ik om die niet zo enthousiaste zorgprofessional over te halen om een digitale tool in te zetten. 

Ik kan jullie alleen maar aanraden om je blik te verruimen en ook wat aandacht te besteden aan niet klinische kerntaken zoals dit. Er zijn zoveel mooie dingen te doen in het ziekenhuis en alles start met een idee. Ik geloof dat je dingen tweemaal creëert: eerst in je hoofd en dan in het echt. Ga ervoor, leer van anderen en laat je inspireren de zorg van nu vorm te geven.

Blog 4: Ethiek, door Lisa Isbouts 

-

Blog 3: Grenzen verleggen, door Kim Zomer

Zuid Afrika. Dat moest het worden. Maar een duidelijk doel voor na mijn specialisatie tot kinderarts had ik nog niet echt. Ik vond eigenlijk bijna iedere stage leuk tijdens mijn opleiding: van chronische kindergeneeskunde, tot intensieve zorg. Ik besloot voor mijn profilering als AIOS kindergeneeskunde mijzelf verder te trainen in acute kindergeneeskunde, en dit te regelen op een SEH ver over de grens, in Kaapstad. 

Dit plaatje leek ons geweldig: samen met onze 3 kids, een half jaar in een andere cultuur, samen leren over de wereld vanuit een geheel ander perspectief. Die verbreding en het avontuur gunden we onszelf, en onze kids (van 8, 5 en bijna 4). Ik startte vol energie de papierwinkel, ging naar de notaris, verzamelde handtekening, brieven van opleider en P&O, zocht een huis en school uit, boekte tickets…

En toen kwam corona. 
Grenzen sloten, plannen vielen in duigen.

Als flexibele AIOS die zich al jarenlang over verschillende afdelingen en door verschillende clusters heen bewoog, oriënteerde ik me al snel op plan B. Met een net zo flexibele opleider in Curaçao maakte ik een plannetje. In het Curaçao Medical Center wordt binnen de grenzen van het water zorg verleend aan ‘25-wekers’ t/m de chronische kindergeneeskunde. Van dit idee ging mijn hart (als algemeen pediater in spé) sneller kloppen, en binnen een paar maanden zaten we met z’n vijven op een tropisch eiland. 

Een half jaar naar het buitenland betekende in ons geval: ons huis verhuren, 2 auto’s kopen (en nadien weer verkopen), een huis huren, school en opvang opzeggen en elders regelen. Maar ook: je durven overgeven aan het onbekende. Dat was spannend, en ging niet zonder slag of stoot. Maar daar kregen we voor terug: weekendjes aan tropische stranden, surfen, kiten, een duikbrevet, leuke nieuwe vrienden, gelukkige kinderen die maandenlang buiten in hun onderbroek leefden, 4 zwemdiploma’s die in de zee werden behaald, nieuwe vriendjes met urenlang zwemplezier, en 2 superlieve tijdelijke pups. 

En het gevoel dat het na iedere werk/schooldag weer vakantie was. 

Terugkijkend was het een prachtig avontuur. Ik heb op de werkvloer van alles geleerd wat je in een Nederlandse kliniek niet zomaar leert. Over mijzelf dat ik meer Nederlands ben dan ik me ooit had gerealiseerd. Dat een zelfde taal spreken niet betekent dat je hetzelfde bedoelt. Dat het perspectief van de ander getoetst moet worden, en nooit door jezelf ingevuld. Maar ook heb ik met mijn eigen ogen gezien dat met een gepassioneerd team grote uitdagingen worden aangegaan, en vele kleine stappen die gemaakt zijn terugkijkend enorme winst voor de zorg heeft opgeleverd op dit eiland.

Ook heb ik juist in deze periode Nederland leren waarderen. Als goed georganiseerd land waarin een arts altijd binnen bereik is. Waarin alle mensen gelijke rechten hebben op gezondheidszorg. Waar instanties wellicht wachttijden hebben, maar meestal kwalitatief hoogstaande zorg leveren. Waar van alles valt door te ontwikkelen, maar de basis stevig is.

De tijd op Curaçao was een mooie brug naar de volgende stap: mijn baan als algemeen kinderarts in een grote perifere kliniek. Vertrekken was dubbel, maar thuiskomen ook weer fijn. Voor ons allemaal. 


Blog 2: Wetenschap, door Charlotte Nusman

Vind jij het ook zo leuk om je te ontwikkelen op niet-klinische gebieden, zoals onderwijs, management of wetenschap? Ik vind het lastig voorstellen dat mensen op deze vraag ‘nee’ zouden antwoorden. En belangrijker nog: wat daar dan de reden voor zou zijn. Ik denk dat het in ieder geval níet te maken heeft met de intrinsieke vreugde die we uit deze vlakken halen. Als wetenschapper hou ik van harde getallen, zo ook ten aanzien van deze redenen, en jij houdt ze iets verderop in deze column van me tegoed. 

Vanaf dat ik het me goed kan herinneren, ben ik iemand die mijn onderbuik volgt. Ik ga af op de dingen waar ik kriebels van in m’n buik van krijg, waar ik warm voor loop. En daarnaast probeer ik zoveel als kan ‘unbiased’ te zijn voor zaken als salaris, status of werkgelegenheid. Zo veel mogelijk doen wat ik echt leuk vind. 

De wetenschap hoort voor mij zeker in die leuke categorie. Het begon met een individueel wetenschapsproject over sportradiologie tijdens mijn eerste jaren Geneeskunde. Daarop volgde een promotieonderzoek naar beeldvorming bij jeugdreuma voorafgaand aan mijn coschappen. En inmiddels ben ik voor het eerst hoofdonderzoeker van een onderzoeksproject wat ik tijdens mijn perifere stage heb opgezet naar een nieuwe biomarker voor bacteriële infecties. 

Om nog even terug te komen op die keiharde getallen: wist je dat grofweg de helft (55%) van de arts-assistenten Kindergeneeskunde in Amsterdam gepromoveerd is? Van alle arts-assistenten zou 71% meer onderzoek willen doen. En dan nu één keer raden welke twee entiteiten we daarvoor nodig denken te hebben. Juist ja: tijd en geld. Het is toch eigenlijk te bizar voor woorden dat we vaak zo vaardig zijn geworden in het bedrijven van wetenschap tijdens een promotieonderzoek vóór start van onze opleiding maar dat we geen tijd of geld meer hebben voor deze belangrijke skills tijdens de opleiding?  Temeer omdat dit juist de periode is met veel mogelijkheden (o.a. financieel) om jezelf verder te ontwikkelen als talentvolle (hoofd)onderzoeker. 

In mijn ogen ligt de oplossing voor meer tijd en geld voor wetenschap tijdens onze opleiding in het opleidingsplan. Regels en voorwaarden die zwart-op-wit staan in ons opleidingsplan rondom afgebakende tijd voor niet-klinische kerntaken zijn hierin cruciaal. Dat kan beginnen in een lokaal opleidingsplan, maar komt natuurlijk het liefste uiteindelijk in ons landelijke opleidingsplan. Dat is in mijn ogen essentieel om gelijke kansen voor iedereen te waarborgen. Onderaan de streep worden we dan betere kinderartsen en doen we hopelijk allemaal nog net iets meer wat we leuk vinden. 


Blog 1: 3-2-1 START!

Het is zover: de eerste blog van de junior afdeling is een feit. Al geruime tijd hebben wij het idee om blogs te gaan schrijven, maar de eerste letter op papier zetten is toch moeilijker gebleken dan gedacht. “Niemand vindt dit boeiend, wie gaat dit nu lezen, wat moeten we dan schrijven, wie gaat er dan iets schrijven, hoe moeten we beginnen?”: allemaal gedachtes die door onze hoofden gingen en ons tegenhielden om daadwerkelijk iets te schrijven. En toen kwam het beste idee ever: laten we beginnen bij het begin. Dat is altijd goed als je iets nieuws gaat doen. De basis moet er zijn. En laat dat nou PRECIES zijn waar we mee aan de slag gaan. Hier ons verhaal…

Vanuit de junior afdeling van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde zijn we bezig met onze zichtbaarheid. Het is een zogeheten speerpunt geworden voor 2021 en verder. Vragen als “Zijn we eigenlijk zichtbaar? Zo nee, hoe kunnen we beter zichtbaar zijn? En misschien nog wel belangrijker, voor wie willen we zichtbaar zijn?”. Vragen die de revue de afgelopen vergaderingen meer dan eens passeerden. We discussieerden en hoorden verschillende meningen. De bottom line staat, een nieuwe taskforce werd geboren en we delen hier graag onze eerste ideeën. 

Wat willen we? 
Zichtbaar zijn voor onze achterban, de a(n)ios kindergeneeskunde in Nederland. 

Het hoofddoel? 
De website up-to-date krijgen en houden (want daar begint het mee, gedegen informatie op een goed vindbare plek). Het moet een site zijn die je wilt bezoeken, waar je terecht kunt met je vragen. Heb je al eens een kijkje genomen? Heb je tips voor ons? 

Nevendoelen: 
- De nieuwsbrief blijven schrijven en verspreiden, wellicht in een nieuwe stijl.
- Het herschrijven van het introductiedocument dat je ontvangt als nieuwe aios.
- Een introductiefilmpje opnemen, dat wordt getoond aan de eerstejaars aios tijdens het eerstejaars weekend. Het resultaat hiervan zie je hier
- Een felicitatiekaartje voor de nieuwe aios, dat wordt verzonden met daarop een QR-code van het introductiefilmpje en het introductiedocument.
- We openden een account op instagram (@ja.nvk) aangemaakt om jou met de huidige social media te informeren over belangrijke, maar ook leuke en informele zaken binnen ons werkveld. Volg jij ons al?
- Deze blog in leven houden, om zo nu en dan een mooi geluid te laten klinken van onze kant: serieus, minder serieus, opleidingsplannen, niet klinische kerntaken, een bizarre gebeurtenis op de werkvloer, uitleg over de verschillende taskforces binnen de junior afdeling en ga zo maar door. 

Heb jij feedback voor ons of wil je iets delen met de a(n)ios kindergeneeskunde in Nederland, eventueel in een blog: wees welkom, mail ons of spreek ons aan. We kijken uit naar je verhaal! 

Groeten,
Tijmen, Laurens, Joeri, Josine, Laurien en Caro