NVK voor leden

Verkrijg hier toegang tot exclusieve NVK ledencontent.

Q&A: 'Hoe zit dat nou juridisch?'

16 jul 2020Nieuws
Q&A: 'Hoe zit dat nou juridisch?'

Tijdens zijn ronde langs alle vakgroepen kindergeneeskunde in Nederland, werden NVK-voorzitter Károly Illy verschillende vragen gesteld. Onderstaande vragen legden we voor aan een jurist van de Federatie Medisch Specialisten:

  • Q: Kinderartsen dragen bij ontslag soms informatie over aan de Jeugdgezondheidszorg (net als aan de huisarts). Het gaat daarbij om jeugdartsen en consultatiebureaus. Soms gaat dit zonder toestemming van de ouders. Mag dit eigenlijk wel? Wat is de richtlijn?
  • A: In een eerder bericht gingen we in op een vraag waar veel kinderartsen mee worstelen: mag een kinderarts gegevens over een pasgeborene overdragen aan de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) zonder uitdrukkelijke toestemming van de ouders? In ons antwoord, opgesteld na overleg met een jurist van de Federatie, verwezen we naar een paragraaf in de KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens. Deze paragraaf gaat echter over jeugdhulp, niet over de JGZ. We hebben ons eerdere antwoord daarom herzien.

    Privacyraamwerk
    In 2014 stelden de gezamenlijke partijen in de geboortezorg het Privacyraamwerk PWD op. Hierin maakten onder andere de NVK, KNOV, NVOG, KNMG, het RIVM en Perined afspraken over gegevensuitwisseling binnen de perinatale keten. Als we dit Privacyraamwerk erop naslaan, biedt paragraaf 3.8 houvast. Op basis van deze paragraaf is het delen van gegevens inderdaad mogelijk: ‘Wanneer JGZ op een andere manier (anders dan bij de ondersteuning van het Rijksvaccinatieprogramma, red.) noodzakelijk betrokken wordt bij de behandeling van een kind, kunnen gegevens die in dat verband nodig zijn, door de eerste-, tweede- of derdelijns perinatale zorgverleners worden verstrekt op basis van veronderstelde toestemming, mits de vrouw geïnformeerd is over het inschakelen van de JGZ-hulpverlener bij de behandeling en zij daarmee akkoord is. In andere gevallen (anders dan zorg in de perinatale fase, red.) is voor het verstrekken van gegevens aan de JGZ de uitdrukkelijke toestemming van de vrouw nodig.’

    Als er daarentegen een vermoeden bestaat dat de toestemming niet zou worden gegeven (dus niet mag worden verondersteld), bijvoorbeeld in het geval van een vechtscheiding of een Veilig Thuis-melding, dan moet er wel expliciet om toestemming worden gevraagd. Ouders moeten dan in de gelegenheid worden gesteld om eventueel bezwaar te maken.

    Juridisch betrouwbaar
    Omdat het Privacyraamwerk een gedragen standpunt is van alle veldpartijen, geldt dit tot op heden als een betrouwbare juridische onderbouwing voor de werkwijze van kinderartsen om de ontslagbrief na de geboorte in het ziekenhuis te versturen naar de jeugdarts, mits de ouders zijn geïnformeerd dat de zorg voor hun kind verder wordt overgedragen aan het consultatiebureau.

    Verslaglegging
    Een patiëntendossier moet dat bevatten wat besproken is met de patiënt, dat volgt uit de WGBO. Dat betekent dat de kinderarts in het dossier zal moeten opnemen wat relevant is voor de ‘casus’. Zowel voor ‘opvolgende’ (mede)behandelaars als ter ‘dekking’. In dit geval dient dus te worden genoteerd dat de moeder is geïnformeerd over de overdracht van zorg aan het consultatiebureau in geval van veronderstelde toestemming. En wanneer er sprake is van uitdrukkelijk gegeven toestemming moet dat uiteraard ook uit het dossier blijken.

    Conclusie
    De kinderarts mag gegevens over een pasgeborene overdragen aan de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) zonder uitdrukkelijke toestemming van de ouders mits de toestemming wel verondersteld mag worden, nadat de kinderarts de ouders heeft geïnformeerd over de overdracht van gegevens én dit informeren heeft vastgelegd in het dossier.

    Meer informatie
    Inmiddels is PWD (Perinataal Woordenboek & Dataset) vervangen door Babyconnect. Meer informatie, waaronder een pdf van het Privacyraamwerk, vindt u hier.

  • Q: Aan ons als vakgroep werd vanuit de reanimatie-commissie gevraagd wat te doen met de kinderen tussen de 16 en 18 jaar die worden opgenomen. Moeten we bij hen standaard de ‘wil je gereanimeerd worden’-vraag stellen? Of moeten we bij hen, net als bij kinderen van 0-16 jaar, deze vraag alleen ‘op indicatie’ stellen? Onze reanimatie-commissie geeft hierbij aan dat de Wgbo vanaf 16 jaar geldt en daarom alleen al deze vraag gesteld zou moeten worden bij kinderen ouder dan 16 jaar. Hoe moeten we de wet- en regelgeving hierin interpreteren?
  • A: Vanaf 16 jaar kan een kind zelfstandig een behandelovereenkomst aangaan. Om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen, en toestemming voor een behandeling te kunnen geven, dient het kind geïnformeerd te zijn. Dat geldt dan ook voor het besluit tot (niet-) reanimeren. Bij ons is niet bekend of andere vakgroepen hier ook tegenaan lopen. Juridisch is het niet goed vol te houden dat het beleid voor een negentienjarige anders kan zijn dan voor een zeventienjarige.
     
  • Q: Wat mag er volgens de AVG wel en niet op het gebied van beeldbellen van kinderartsen met minderjarigen?
  • A: Beeldbellen is toegestaan. Van belang is dat het ook bepalend is hoe oud het kind is. Immers, vanaf 16 jaar worden kinderen als ‘meerderjarig’ beschouwd in de Wgbo en kunnen ze een consult zelfstandig doen, dus zonder dat een vertegenwoordiger aanwezig is. Daarnaast dient het beeldbellen wel aan bepaalde zorgvuldigheidseisen te voldoen, zoals: zorg dat u over voldoende patiëntgegevens beschikt, informeer de patiënt over de totstandkoming van het advies en stel de identiteit van de patiënt vast. Een volledig overzicht van zorgvuldigheidseisen is te vinden in de KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens, par 1.5.4. (2020, par. 1.5.4).

    Aanvullende vraag d.d. 11 november
    Q: Mag een consult van een 12- tot 16-jarige patiënt via beeldbellen of telefonisch plaatsvinden met alleen de ouders en zonder het kind?
    A: Een consult – informatie vragen - mag, in beginsel, niet zonder toestemming van de patiënt. Uit de Wgbo volgt dat een kind van 12 tot en met 15 jaar zijn patiëntenrechten zelfstandig uitoefent. Bij minderjarigen van 12 tot 16 jaar moeten daarom zowel de patiënt als de ouders toestemming geven voor het consult, ongeacht of het consult fysiek, telefonisch of via beeldbellen plaatsvindt. Een consult kan in dit geval alleen uitsluitend met de ouders worden gedaan als het kind daar toestemming voor heeft gegeven. Wanneer ouders het consult via telefoon of beeldbellen zonder hun kind willen doen, omdat ze het kind niet willen laten verzuimen van school, kan overwogen worden om het kind vanaf school te laten inbellen. Ouders en kind hoeven op het moment van (beeld)bellen niet fysiek bij elkaar te zijn. Meer toelichting over vraagstukken met betrekking tot toestemming en informatie bij behandeling van minderjarigen vindt u in de wegwijzer van de KNMG.