Kinderrevalidatie: Zes-F-woordenmodel geeft kinderen invloed op revalidatieproces
Kinderarts & Samenleving | december 2020
Kinderartsen en kinderrevalidatieartsen komen elkaar regelmatig tegen in de klinische praktijk. Toch zijn het deels nog steeds gescheiden werelden. Dat is jammer, stellen kinderrevalidatieartsen Jan Willem Gorter en Jeanine Voorman. Want in de begeleiding van kinderen met een beperking kunnen kinderartsen en kinderrevalidatieartsen van elkaar leren én elkaar versterken.
‘Vorige week nog, een meisje van acht met haar ouders in mijn spreekkamer in het Prinses Máxima Centrum. De ouders wilden graag dat ze weer zou leren traplopen, want nu moest haar vader haar steeds de trap op- en aftillen. Ze wonen op een bovenwoning, en hij heeft last van zijn rug. Het meisje was boos en stil, om alles wat ze door de tumor was kwijtgeraakt. Ze wilde het niet hebben over de therapie, en ook niet over traplopen. Maar waar ze het wél over wilde hebben, was dat ze haar vriendinnetjes miste. Toen ik voorstelde dat de fysiotherapeut bij haar thuis kon komen, om samen met haar en haar vriendinnetje met de bal te spelen, klaarde haar gezicht op. Haar moeder zei: ik heb haar gezicht in tijden niet zo open zien gaan, dít is wat ze wilde.’
>> Klik hier voor de PDF van het artikel
>> Klik hier voor de volledige Kinderarts & Samenleving (inloggen)