NVK voor leden

Verkrijg hier toegang tot exclusieve NVK ledencontent.

Vroege introductie van hoog-allergene voeding bij zuigelingen ter preventie van voedselallergie

Lange tijd werd hoog-allergene voeding zoals kippenei, pinda en noten heel geleidelijk geïntroduceerd in de voeding van de zuigeling, vanwege een mogelijk preventief effect op het ontstaan van voedselallergie. Al langere tijd wordt gedacht dat deze aanpak wel eens contraproductief kan zijn. De huidige Nederlandse voedingsadviezen zijn daarmee in overeenstemming: een algemeen advies voor het starten van bijvoeding vanaf de leeftijd van 4 tot 6 maanden. Echter, in de praktijk blijkt een geleidelijke introductie nog veel voorkomend met start van nieuwe producten tot ver na het 1e levensjaar.
 
Recente studies hebben overtuigend aangetoond dat het laat introduceren van pinda en kippenei bij kinderen met ernstig eczeem tot een (soms sterk) verhoogd risico leidt op het ontstaan van een voedselallergie.1,2 Daarnaast zijn er aanwijzingen dat dit ook geldt voor de algemene populatie.3 De onderliggende hypothese is dat vroege orale tolerantieinductie het ontstaan van voedselallergie door sensibilisatie via de (eczemateuze) huid voorkomt. Dat suggereert dat vroeg starten voor alle hoog- allergene voeding van belang is, maar (goede) studies hiernaar ontbreken.4
Vroeg introduceren van pinda en kippenei bij kinderen met matig tot ernstig eczeem dient dus actief nagestreefd te worden. Ook andere zuigelingen kunnen baat hebben bij deze strategie, en wellicht moet deze strategie niet beperkt blijven tot pinda en kippenei. Melk, vis, noten, tarwe en soja zijn andere voedingsmiddelen met een relatief hoge incidentie van voedselallergie.
 
• Adviseer vroege introductie van voeding bij alle kinderen o Bij voorkeur op de leeftijd van 4-8 maanden • Geef actieve begeleiding aan ouders met kinderen met matig tot ernstig eczeem o Focus op introductie van hoog-allergene voeding inclusief pinda en ei o Streef naar introductie op de leeftijd van 4-6 maanden o Geef thuis, in kleine doseringen, met opklimmend schema o Vervolg met wekelijkse inname van deze producten • Indien thuisintroductie niet kan vanwege een hoog risico op een allergische reactie, zoals ingeschat door een arts of ervaren door ouders: o Overleg met kinderarts of allergoloog voor verrichten van huidpriktest en/of klinische introductie. 
 
Jeugdartsen, huisartsen, kinderartsen, allergologen en dermatologen hebben een belangrijke rol om ouders hierin de juiste adviezen te geven. Hierbij speelt ook veiligheid een rol: een eerste introductie kan gepaard gaan met een allergische reactie. De Sectie Kinderallergologie komt daarom in dit document met een consensus advies over vroege introductie van hoog-allergene voeding om dit beleid zo veel mogelijk te stimuleren.